Spreekbeurt over badminton

Onderstaand vind je allerlei handige informatie die te gebruiken is voor een spreekbeurt over badminton. Heb je vragen of wil je spullen gebruiken om de spreekbeurt nog leuker te maken? Stuur een mailtje naar het bestuur of loop gezellig binnen en vraag het aan een van de trainers.

Badminton is één van de oudste sporten ter wereld
Er zijn tekeningen in holen in India met een soort badminton, die ongeveer 2000 jaar oud zijn. In oude boeken schrijft men over een spel waarbij een vliegend voorwerp naar de tegenstander wordt geslagen, de mensen gebruikte toen nog handen en voeten. In China werden geldstukken met daaraan kippenveren naar elkaar toegeslagen, dit was in het jaar 16. In Amerika sloeg men voorwerpen met veren eraan naar elkaar toe met een stuk hout. Algemeen wordt aangenomen dat India de bakermat is van het badminton, omdat daar het spel Poona werd beoefend. Waarschijnlijk genoemd naar de stad Poona, die ongeveer 50 km van Bombay ligt. Engelse officieren introduceerden het spel, waarmee zij in India kennis maakten, in Engeland en omstreeks 1873 werd het spel intensief beoefend op het landgoed van de Hertog van Beaufort in Gloucerstershire. De naam van dat landgoed was Badminton en aangenomen mag worden dat de naam van het landgoed is overgegaan op het spel. Uit oude schilderijen staat vast dat men het spel toch ook in Europa al kende en vermoedelijk werd het onder verschillende namen beoefend. Ken Davidson, een bekende Amerikaanse badmintonautoriteit, die zich in de geschiedenis van het badminton heeft verdiept, kwam tot de ontdekking dat het spel reeds in de 12de eeuw in Engeland werd gespeeld. Ook in Frankrijk kende men het spel ‘Jeu de longue plume’ al in de middeleeuwen. Er bestaat een schilderij uit de 17de eeuw van Adam Menyoki waaruit blijkt dat het spel met een kleiner racket en een soort shuttle werd gespeeld. Die shuttle stond vroeger bekend als pluimbal. Een goed Nederlands woord voor badminton zou dus ‘pluimbal’ zijn.

Badminton is een racketsport net als tennis en squash
Het racket bestaat uit een handsvat, een steel en een blad met bespanning. Rackets met een T-stuk zijn meestal zwaarder dan rackets zonder een T-stuk, bij rackets zonder een T-stuk zit dat er al ingebouwd. (Racket met en zonder T-stuk laten zien) Vroeger was een blad van hout, bespannen met kattendarmen, nu is het aluminium, carbon en titanium en bespannen met kunststofbespanning. (Bespanning laten zien) Je kunt op 2 manieren slaan: forehand en backhand (laten zien) Daarnaast zijn er nog andere manieren, badminton vereist daarom zeker ook tactisch en technisch inzicht. In een racketblad zit ongeveer 10 meter aan snaren verwerkt. Je kan elk racket laten bespannen met diversen kilo’s, voor de jeugd vanaf 7 kilo t/m 8 à 13 kilo voor de toppers. Badmintonsnaren zitten op een coil, ze zijn verkrijgbaar in losse sets, 100 en/of 200 en zelfs nog wel meer meters op een coil. De diktes van de snaren lopen van 0,68 mm tot 0,85 mm. Ook zijn er verschillende kleuren en wel meer dan 10 verschillende soorten. (Coil en snaren laten zien)

Verschillende soorten shuttles
De jeugd en senioren spelen met nylonshuttles, de hogere klasse spelen met veren shuttles, die bestaan uit 16 ganzenveren, die in een kurkje bevestigd zijn. (Shuttles laten zien) Veren shuttles moet je prepareren en wel minimaal 24 uur van tevoren. Er zit namelijk vet in de veertjes en dat ze dan vochtig zijn geworden zijn ze soepeler en is er minder kans op breuk en gaan ze langer mee. De shuttles moet je voorzichtig uit de koker halen, omdat sommige shuttles aan elkaar zitten en ook de veertjes kunnen breken, omdat die nog erg hard zijn. Daarna de lege koker onder de kraan houden en er zachtjes water langs de binnenkant in laten lopen. Daarna de koker zachtjes uitslaan. Dan de veren shuttles één voor één in een schaaltje met water dopen, ongeveer 1 cm met de veren in het water, daarna de shuttle uitslaan. Na dit alles gedaan te hebben kunnen de shuttles weer in de koker. (Laten zien hoe je de shuttles moet prepareren) Veren shuttles die te snel gaan kun je afremmen door de top van de veertjes iets naar buiten te vouwen. Veren shuttles kunnen de snelheid van 240 tot 280 km per uur halen. Bij topwedstrijden wordt soms zo hard geslagen, dat er per wedstrijd wel meer dan 12 shuttles worden gebruikt. Daarom heeft men ook nylon shuttles op de markt gebracht, die gaan namelijk langer mee en zijn niet zo duur. De ene keer kan de nylon shuttle het racket verlaten met een snelheid van 150 km per uur en het volgende moment neer dwarrelen als een veertje. Dit vereist snelheid, kracht en conditie van de spelers.

Wedstrijden
Een team bestaat uit minimaal 2 heren en 2 dames: er worden 8 onderdelen gespeeld namelijk 2 heren enkels, 2 damesenkels, 2 gemengddubbels, 1 herendubbel en 1 damesdubbel. (Wedstrijdformulier van de competitie laten zien) Door de windgevoeligheid van de shuttle wordt badminton alleen in sporthallen gespeeld. Voordat je begint moet er eerst getost worden wie er gaat beginnen, men heeft de keuze uit 3 mogelijkheden: beginnen met serveren, de service weggeven of van baanhelft wisselen. Als de partij die de toss heeft gewonnen voor 1 van de 3 keuzes heeft gekozen mag de tegenpartij nog kiezen uit wat er over is gebleven. Je moet de shuttle zo over het net slaan, dat die in het speelveld van de tegenstander op de grond valt of dat die hem niet meer terug kan slaan. Eén set bestaat uit 21 punten: bij de herenenkel, damesenkel, gemengddubbel, herendubbel en damesdubbel. Wie het eerst 11 punten heeft gehaald heeft men recht op 1 minuut pauze en kan men even wat drinken of met je coach wat doornemen, alleen mag je absoluut niet van de baan af. Je moet 2 sets winnen, anders moet er een 3de set gespeeld worden. Tijdens de 3de set van de herenenkel, damesenkel, gemengddubbel, herendubbel en damesdubbel moet men bij 11 punten van baanhelft wisselen. Hoe behaal je punten tijdens een rally van de herenenkel, damesenkel, gemengddubbel, herendubbel en damesdubbel? Er is maar 1 servicebeurt. Alleen bij je eigen service wissel je van kant als je een punt maakt, niet bij service over. Bij service over geldt: • Is de score even dan begint rechts • Is de score oneven dan begint links Dus tijdens de rally valt de shuttle op de grond bij de serverende partij of de niet serverende partij, maar wordt dit dan wel gezien als een punt voor de serverende partij of de niet serverende partij. Het ligt er dus aan aan welke kant de shuttle valt. Dit geld ook voor wie de shuttle uitslaat of verkeerd serveert. Dit houd in zijn totaliteit in als je de shuttle goed af kan maken word je beloond met een punt, maak je een fout dan geef je dus een punt aan de tegenstander. Verlengen bij herenenkel, damesenkel, gemengddubbel, herendubbel en de damesdubbel: Bij de stand 20-20 moet je verlengen en speel je door tot er 2 punten verschil zijn, behalve als het 29-29 staat dan ga je door wie het eerste de 30 punten heeft gehaald. Valt de shuttle tijdens de rally of het serveren op de badmintonlijnen van het speelveld is de shuttle in. Bij onenigheid hierover speelt men een let, de partij die geserveerd heeft mag opnieuw serveren. Na afloop van de wedstrijd geef je de tegenpartij een hand en feliciteert hij/zij jou of jij hem/haar. Eventueel laten zien: clubblaadje, T-shirt van je eigen club en je gewonnen prijzen. De beginnende jeugd van BC Schipluiden traint op zaterdag van 9:00 uur tot 10:30 uur en de gevorderde jeugd traint op dinsdag van 18:30 uur tot 19:45 uur. Ook kan iedereen nog deelnemen aan de competitie en toernooien. De competitiewedstrijden bestaan uit thuis en uitwedstrijden en lopen tussen februari en mei en het zijn meestal rond de 8 of 12 wedstrijden. Toernooien worden altijd in het weekend gespeeld, om mee te kunnen doen moet je je op tijd inschrijven. Vaak zijn er aan een toernooi inschrijfkosten verbonden, maar als je 1e of 2e wordt krijg je wel vaak een mooie prijs!

Spelregels voor tijdens de competitie
Voordat je begint moet er eerst getost worden wie er gaat beginnen, er is keuze uit 3 mogelijkheden: beginnen met serveren, de service weggeven of van baanhelft wisselen. De tegenpartij heeft daarna ook nog een keuze. Het badmintonspel kent vijf onderdelen en je speelt ze in deze volgorde: • Herendubbel • Damesdubbel • Herenenkel (2x) • Damesenkel (2x) • Gemengddubbel (2x) Eén set bestaat uit 21 punten bij de herenenkel, damesenkel, gemengddubbel, herendubbel en damesdubbel. Je moet 2 sets winnen, anders moet er een 3de set gespeeld worden. Tijdens de 3de set van de herenenkel, damesenkel, gemengddubbel, herendubbel en damesdubbel moet men bij 11 punten van baanhelft wisselen. Verlengen bij herenenkel, damesenkel, gemengddubbel, herendubbel en damesdubbel: Bij de stand 20-20 moet je verlengen en speel je door tot er 2 unen verschil zijn, behalve als het 29-29 staat dan ga je door wie het eerste de 30 punten heeft gehaald. Valt de shuttle tijdens de rally of het serveren op de badmintonlijnen van het speelveld is de shuttle in. Bij onenigheid hierover speelt men een let, de parij die geserveerd heeft mag opnieuw serveren. Na afloop van de wedstrijd geef je de tegenpartij een hand en feliciteert hij/zij jou of jij hem/haar. Maar blijf vooral sportief!

Verklarende woordenlijst van de badmintonslagen
Voordat we beginnen met de wedstrijd moet er getost worden, we nemen hiervoor de shuttle die de scheidsrechter of één van de beide partijen omhoog gooit. Zodra de shuttle op de grond neergekomen is wijst het dopje naar één van de speelhelften, daarna mag /mogen de persoon/personen tussen 3 keuzes kiezen. 1. Beginnen met de service 2. De service weggeven 3. Kiezen voor een kant Daarna heeft de tegenpartij nog één keuze om te kiezen. Forehandslagen Verzamelnaam voor alle slagen die met de rug van de hand tegen de slagrichting in worden geslagen (bij deze slagen zie je je knokkels). Voor de rechtshandige spelers worden deze slagen op de linkerkant van het lichaam geslagen. Voor de linkshandige spelers worden deze slagen op de rechterkant van het lichaam geslagen. Round-the-head slag Een forehandslag die wordt uitgevoerd waarbij de shuttle links ten opzichte van het lichaam wordt geraakt terwijl de arm zich in een gebogen positie boven het hooft bevindt. Dit is door de rechtshandige andersom voor linkshandige. Hoge singleservice Hoge, diepe serviceslag die naar de achterlijn van de tegenstander wordt geslagen. Korte dubbelservice Een zachte serviceslag, waarbij de shuttle dicht langs de netrand passeert en daarna naar de voorste serveerlijn van de tegenstander valt. Onderhandse slag Slag waarbij de shuttle onder schouderhoogte wordt geraakt. Flikservice Service waarbij de speler doet alsof hij/zij kort gaat serveren en op het laatste moment de shuttle over het hoofd van de tegenstander speelt. Lob Een hoge slag die vanuit een positie bij het net naar de achterlijn van de tegenstander wordt geslagen. Dropshot Een zachte en iets hogere drop die vanaf de achterlijn wordt geslagen en dicht op het net op de helft van de tegenstander terechtkomt. Netdrop Een zachte slag die bij het net wordt geslagen en waarbij de shuttle dicht bij het net op de helft van de tegenstander terechtkomt. Rollende netdrop Wordt ook wel steek genoemd, waarbij het racket op het raakmoment onder de shuttle wordt geschoven zodat deze over het net ‘rolt’. Clear Verzamelnaam voor alle hoge slagen die van de ene achterlijn naar de andere achterlijn wordt geslagen. Aanvallende clear Snelle en vlakke clear die de tegenstander onder druk moet zetten. Verdedigende clear Een clear die hoog in de lucht wordt gespeeld om tijd te winnen. Drive Vlakke slagen waar de shuttle tussen heup- en schouderhoogte wordt geraakt. Smash Benaming voor harde neerwaartse slag waarbij de shuttle hard naar beneden wordt geslagen. Smash-return Een onderhandse slag die voor het retourneren van smashes wordt gebruikt. Dabslag Harde, neerwaartse slag, die dicht op het net wordt geslagen met een kleine racketbeweging uitgevoerd om het net niet te raken. Speciale slagen De slagen die niet bij de basisslagen horen. Bijvoorbeeld schijnbewegingen, gecamoufleerde en gekapte slagen. Schijnbeweging Een bewegingsverloop, waar de speler bewust de tegenstander probeert te misleiden. Hij/zij moet de indruk krijgen dat de speler een andere slag gaat uitvoeren dan het geval is. Gecamoufleerde slag Een bewegingsverloop waarbij de speler zo lang mogelijk verborgen probeert te houden welke slag hij/zij gaat uitvoeren. Gekapte slag Een slag waarbij het racket op het raakmoment in een andere richting wordt bewogen, dan de richting waarin de shuttle wordt geslagen.